Hoeveel zullen we later verdienen? Hoeveel geluk of pech zullen we hebben? We kunnen ons moeilijk voorstellen hoe onze toekomst er zal uitzien en wat we nodig zullen hebben.

Bereiken we dan uiteindelijk onze oude dag - hét moment waarop ons spaargeld op de proef wordt gesteld - dan weten we nog niet hoelang die ook zal duren. Daarom zetten we sparen dus op een lager pitje.

Slagen we er toch in om ons een beeld van de toekomst te vormen, dan bekijken we die door een erg roze bril. Zo denken we dat het ons later wel zal lukken om te sparen, ook al spreekt het verleden niet in ons voordeel. We zijn zeker dat we meer zullen verdienen, minder zullen uitgeven en dus meer zullen sparen.

We sparen gemakkelijker voor een gebeurtenis in de nabije toekomst dan voor een gebeurtenis die nog veraf lijkt. Daarom zullen we eerder sparen voor een etentje volgende maand dan voor een reis over twee jaar.