Ondernemingen verplicht om digitale betaaloptie aan te bieden vanaf 1 juli - meest gestelde vragen beantwoord
Vanaf 1 juli 2022 zijn alle ondernemingen, ongeacht hun grootte, verplicht om ook een digitaal betaalmiddel ter beschikking te stellen aan consumenten. Zo heeft de consument altijd de mogelijkheid om digitaal te betalen als die dat wenst. Hiermee wordt het gebruik van digitale betaalmiddelen door consumenten, die dat wensen, aangemoedigd.
Met digitaal betalen bedoelen we betalen met de kaart of de smartphone. Digitaal betalen wordt hierna, net zoals in de wettekst, vaak als “elektronisch betalen” omschreven.
Digitale betaaloptie naar keuze
Vanaf 1 juli worden ondernemingen verplicht om zeker één vorm van digitaal betalen aan te bieden, naast de mogelijkheid om te betalen met cash. Welke digitale betaaloptie aangeboden wordt, dat kiest de onderneming of handelaar zelf. Dat kan een klassieke betaalkaartterminal zijn, maar ook maar ook mobiele toepassingen (smartphone of smartwatch) (zoals diensten als Payconiq), of de mogelijkheid om via overschrijving te betalen, mag worden aangeboden als alternatief voor cash.
Contant betalen blijft dus mogelijk, maar consumenten zullen vanaf 1 juli 2022 in elke handelszaak op minstens één manier digitaal moeten kunnen betalen.
Veelgestelde vragen
Wat houdt dit allemaal concreet in? In deze onderstaande frequently asked questions (FAQ) beantwoordt Febelfin de meest voorkomende vragen over deze nieuwe verplichting voor ondernemingen.
1. Welke ondernemingen vallen onder de verplichting?
Onder onderneming verstaan we “iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel nastreeft, alsmede zijn verenigingen”. Deze verplichting geldt bijgevolg niet enkel voor de ondernemingen in de gewone zin van het woord zoals handelaars of supermarkten, maar ook voor de vrije beroepen en alle personen, verenigingen, besturen, enz., die economische activiteiten verrichten in relatie tot consumenten. Dus ook apothekers, dokters, tandartsen, advocaten enz. vallen onder deze noemer.
Een volledig overzicht van de ondernemingen die onder deze verplichting vallen, vind je terug op de site van FOD economie.
2. Moet ik als onderneming verplicht elektronisch betalen aanbieden indien de klant een onderneming is?
Neen. De verplichting om een elektronisch betaalmiddel ter beschikking te stellen is enkel van toepassing ten opzichte van consumenten (in een B2C-verhouding) en niet bij betalingen die worden verricht tussen ondernemingen (in een B2B-verhouding).
De onderneming moet de consument een elektronisch betaalmiddel ter beschikking stellen wanneer de betaling in euro plaatsvindt in gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de consument en het bedrijf.
3. Wat verstaan we onder elektronisch betaalmiddel in het kader van de wet?
Een elektronisch betaalmiddel is een ander betaalmiddel dan muntstukken en bankbiljetten, verstrekt door een betalingsaanbieder. Voorbeelden van elektronische betaalmiddelen zijn: de beschikbaarstelling van een betaalkaartterminal, smartphonetoepassingen (zoals Payconiq), contactloze betalingen, de mogelijkheid om via overschrijving te betalen, enz. Dit begrip is bewust ruim opgevat om te kunnen inspelen op de technologische ontwikkelingen op het gebied van betalingen.
De volgende betaalmiddelen worden niet beschouwd als een elektronisch betaalmiddel in de zin van de wet: maaltijdcheques, eco-cheques en consumptiecheques, zelfs niet wanneer de betaling met een kaart wordt verricht. Ook cryptomunten en virtuele munten worden niet beschouwd als een elektronisch betaalmiddel. Indien een onderneming bijgevolg enkel cash en bijv. maaltijdcheques aanvaardt, voldoet zij niet aan de verplichtingen van de wet.
4. Moet ik als onderneming een welbepaalde methode kiezen?
Neen. De onderneming is vrij om te kiezen welk(e) elektronische betaalmiddel(en) die ter beschikking stelt en kan niet verplicht worden een specifieke betaalmethode aan te bieden. Het is uiteraard in het belang van zowel de onderneming als de consument dat de elektronische betaalmiddelen die ter beschikking worden gesteld, voldoende toegankelijk zijn.
5. Bij wie kan ik terecht voor een elektronische betaaloplossing?
Het is belangrijk dat elke onderneming individueel grondig bekijkt welke betaaloplossing te kiezen, dit in functie van het profiel van de consumenten (bijv. toeristen), het aantal transacties, grote of kleine bedragen van de betalingen, de voorkeur voor een vaste of mobiele oplossing, de huur of aankoop van een terminal, eenmalige en terugkerende kosten, enz.
Volgende link kan helpen bij het maken van de juiste keuze: Digitaal betalen voor jou als professional
6. Kan ik als onderneming kosten aanrekenen voor het gebruik van een elektronisch betaalmiddel?
Neen. Het is niet toegestaan om kosten aan te rekenen aan de consumenten voor het gebruik van een elektronisch betaalmiddel.
7. Kan ik een minimumlimiet toepassen voor elektronische betalingen?
Neen. Indien een consument, ook voor een klein bedrag, elektronisch wenst te betalen moet dit mogelijk zijn. De wet voorziet niet in uitzonderingen op dat vlak.
8. Heb ik als onderneming recht op een verhoogde fiscale kostenaftrek inzake de gedane of gedragen kosten voor het aanbieden van elektronische betalingswijzen?
Tot 21 december 2022 genieten handelaars van een verhoogde belastingaftrek van 125% voor de aankoop van een betaalterminal.
9. Vanaf wanneer moet ik dit toepassen?
De verplichting treedt in werking op 1 juli 2022.
10. Wat zijn de gevolgen als ik de verplichting niet naleef?
De wet voorziet een sanctie in geval van niet-naleving.
Verdere vragen?
Heb je als ondernemer nog verdere vragen die voorlopig niet beantwoord worden in deze FAQ? Dan kan je steeds contact opnemen met (info.eco@economie.fgov.be).